Donderdag 19 december – De crisis, de stad en haar leiders
We zijn als mensheid – en dus ook als Amsterdammers – in een ecologische en sociale systeemcrisis beland. Voorkomen dat de crisis een catastrofe wordt vraagt om een systeemverandering; een razendsnelle. Mensen weten dit en anders voelen ze het wel. Dat verklaart de maatschappelijke onrust en de enorme behoefte aan krachtig verbindend leiderschap, een hoopgevend verhaal en duidelijkheid over hoe iedereen hierin mee doet. Ik mis deze drie elementen allemaal in Amsterdam. De politiek en het bestuur van de stad gaan er over, maar de Amsterdammer merkt geen verandering, zeker niet vanuit visie en ook niet op systeemniveau. En als je zelf leiderschap toont mag je soms even meepraten, maar daarna gaat de deur dicht, sta je weer buiten en mag je blij zijn als je ooit weer wat hoort. Dat is mijn ervaring de afgelopen jaren, ook sinds het nieuwe college. Ik weet eind 2018 even niet beter wat te doen dan delen wat ik samengevat over de drie elementen heb geleerd. Bij deze. Wellicht is het van nut.
Eerst over leiderschap. Wie de voorhoede van de klimaatwetenschap volgt heeft er een stevige uitdaging aan niet depressief te worden. De kans dat we ons als mensheid nog uit het catastrofale ‘hothouse earth’ scenario kunnen werken wordt daar namelijk als minimaal ingeschat. Sterker: informeel geven de wetenschappers toe dat we als gevolg van de bereikte kantelpunten te laat zijn – maar dat kun je uit morele overwegingen niet hardop zeggen. Niet depressief worden vraagt om persoonlijke moed. Niet in een hol kruipen en ontkennen, maar zeggen ‘what the hell’ en het gewoon gaan doen. Die persoonlijke moed kun je vinden in compassie en liefde. Dan ga je het zo belangrijk vinden dat je het gewoon gaat doen, als vrij mens, zonder angst. Dan kan jouw zelfvertrouwen in telkens grotere kringen steeds meer mensen inspireren. Dan kan de stad een lichtend voorbeeld in de wereld worden. En misschien lukt dat niet, maar dan heb je er alles aan gedaan en kan je dat je kinderen zeggen, als ze ouder zijn en vragen wat jij deed – toen er nog iets aan te doen was. Dit is het grote denken en type leiderschap dat zoveel Amsterdammers volgens mij zo graag willen zien.
Dan over het hoopgevende verhaal. De catastrofe die op ons afkomt is in essentie het gevolg van onze verstoorde relatie met de natuur. We denken dat wij centraal staan en de natuur straffeloos kunnen misbruiken. Terwijl leven alleen bestaat dankzij en binnen de natuurlijke systemen. De stervende natuur slaat nu hard terug omdat wij halsstarrig blijven geloven in het verhaal dat ons tot de afgrond heeft gebracht: consumptie maakt gelukkig, creëert een betere wereld en het enige wat we daarvoor nodig hebben is eindeloze economische groei – met hebzucht als motor. Vooruitgangsgeloof in meer van hetzelfde. Tegenover dit valse verhaal staat wat iedereen van binnen weet: niet consumptie, maar liefde, voelen samen deel van iets groters te zijn en dingen maken, creatief zijn, dat maakt gelukkig. Daarom willen mensen ten diepste een stad waarin alles wat leeft kan bloeien, binnen eerlijke en veilige sociale en ecologische grenzen. Zo’n stad kan Amsterdam zijn. Een stad als verzameling inclusieve wijken, waarin iedereen meedoet en -werkt, binnen de principes van een ‘biobased circular economy’. En stad waarin de energietransitie snel en soepel verloopt, omdat mensen in de wijken daar zelf vorm aan geven en werk in vinden. Waarom combineren we dit soort inzichten en ideeën niet in één even aantrekkelijk als activerend verhaal van ons allemaal. Of durven we niet te geloven dat dit kan? Crisis schept kansen, toch?
Tenslotte over allemaal meedoen. Na een lange periode van centralisatie en focus op geld en efficiency, is er nu een oprechte bedoeling de samenwerking tussen het gemeentelijk apparaat en Amsterdammers nieuw leven in te blazen. Dat is een goed idee, want alles om het verhaal hierboven te maken en waar te maken is al in de stad aanwezig. De mensen, de Amsterdammers, ze hebben de veelzijdigheid, de wil, de kennis, de ideeën, de voorbeelden, de energie. Ze doen het al en ze staan klaar voor samenwerking, op alle niveau’s. Natuurlijk is het moeilijk om die samenwerking vorm te geven, omdat het zo nieuw is en vanwege wederzijds wantrouwen. Een ‘Amsterdam Approach’ bedenken is wat anders dan hem strategisch en structureel onderdeel maken van het reilen en zeilen van de stad. Misschien biedt dat een nieuwe opening. Samen bedenken hoe dat zou kunnen. Misschien is dat een idee voor 2019.
Ruurd Priester, december 2018