Zaterdag 27 oktober – Verhaal op De Correspondent, van april dit jaar, door Lynn Berger: Voor de wet zijn dieren hetzelfde als dingen. Blijft dat zo?
Een uitermate relevant stuk in het licht van de extreme cijfers die de laatste maanden rond de afbreuk van biodiversiteit aan het licht komen. En tegelijk een onderbouwing van de visie van de Partij van de Dieren. Met onder andere citaten van Steven Wise, oprichter van het Nonhuman Rights Project:
‘Er bestaat een wettelijke muur met objecten aan de ene kant, en personen aan de andere kant,’ vertelt Wise. ‘Op dit moment zitten alle niet-menselijke dieren aan de objectenkant, en zijn alle mensen personen. Maar tweehonderdvijftig jaar geleden zaten er soms ook mensen aan de objectenkant, zoals slaven en vrouwen en kinderen. En aan de personenkant zitten, ook nu nog, niet-menselijke entiteiten – schepen of bedrijven bijvoorbeeld. Wij proberen het eerste niet-menselijke dier aan de personenkant te krijgen.’
Ook mooi is dit stukje:
De Nederlandse jurist en rechtsfilosoof Janneke Vink doet promotieonderzoek naar de positie van dieren in een democratische rechtsstaat – een ondergeschikte positie die al eeuwen gerechtvaardigd wordt door de human superiority thesis: ‘Het idee dat mensen categorisch een betere soort zijn dan andere dieren.’ Historisch gezien, zegt Vink, werd dat idee zowel door religie gefundeerd als door wetenschappelijke en filosofische argumenten. Vink: ‘Maar uit de moderne wetenschap blijkt steeds vaker dat die these achterhaald is.’
Foto uit de serie ‘Natural History’ gemaakt door Traer Scott.