Zondag 20 mei – Op donderdag komt er een dubbeldik nummer van De Groene Amsterdammer uit, over technologie. Veelzeggend is het stuk Technologie is geen natuurkracht, Lessen van de Luddieten, van Jaap Tielbeke.
Heeft technologie een eigen wil, waaraan wij nietige mensen zijn overgeleverd? Of hebben wij zelf het stuur in handen? ‘Nieuwe technologie gaat altijd gepaard met keuzes over wat voor een samenleving we willen.’
Tielbeke zet de twee stromingen helder tegenover elkaar. Aan de éne kant staan bijvoorbeeld Ray Kurzweil en Kevin Kelly. Dit vat hun visie samen:
…De mens kan, kortom, wel proberen technologie naar zijn hand te zetten, maar zal nooit in staat zijn om er volledig grip op te krijgen. ‘We kunnen niet eisen dat technologie ons gehoorzaamt, net zo min als dat we kunnen eisen dat het leven ons gehoorzaamt’, schrijft hij. In plaats daarvan kunnen we dus maar beter zorgen dat we zo soepel mogelijk meevaren op de stroom van de technologische voorzienigheid. Dat spreekt ook uit de titel van Kelly’s meest recente boek: The Inevitable…
Jaap Tielbeke plaatst Johan Schot, hoogleraar technologiegeschiedenis aan de Universiteit van Sussex, in ‘het andere kamp’.
Vaak wordt een nieuwe technologie uitgerold zonder dat er een publiek debat over is gevoerd. Terwijl de negatieve gevolgen die zo’n techniek met zich meebrengt vervolgens voor de rekening komen van de maatschappij als geheel. Het meest extreme voorbeeld is natuurlijk klimaatverandering: fossiele brandstoffen lagen aan de basis van de industriële revolutie, maar nu we de keerzijden kennen moet de belastingbetaler de kosten ophoesten.’
Wat we eigenlijk nodig hebben, gelooft Schot, is een nieuw sociaal contract voor onze omgang met technologie, waarbij we technologie inzetten om problemen op te lossen en tegelijkertijd oog hebben voor de maatschappelijke effecten.
Het afsluitende citaat van techniekfilosoof Peter-Paul Verbeek zet de Europese opdracht helder neer:
‘Technologie is nooit neutraal’… …‘Het is geen middel tot een doel, in het ontwerp zitten altijd al normen en waarden vervat, dus maakt het uit wie de technieken van de toekomst vorm geeft. Nu zitten we eigenlijk gevangen tussen twee modellen: het Amerikaanse, waarin commerciële bedrijven de dienst uitmaken, en het Chinese, waarbij de staat alles controleert. Het is een cruciale uitdaging om een meer democratisch alternatief te bouwen.’